Hier onder en boven staat stap voor stap de verwerking van de sierbetonblokken vermeld.
Het filmpje geeft u ook meer duidelijkheid over de verwerking.
Verwerking van Breezeblocks begint met het stellen van een rek waar de blokken in verwerkt moeten worden.
De latten hebben een opstaand randje ter dikte van de voegmaat. Deze maat, vaak 10mm, bepaald dus de voegdikte aan de achterzijde van de wand. Aan de voorzijde worden de voegen iets dikker door de taps toelopende kanten van de blokken.
De achterkant van de steen is de stortzijde. Met dit stelrek heeft u een makkelijke geleider voor het verwerken van de Breezeblocks.
De maatvoering voor het rek kan makkelijk bepaald worden aan de hand van de stenen zelf. Hou iets stelruimte over tussen de profielen om maattollerantie op te vangen. Schoef de latten vast zodat deze nogmaals gebruikt kunnen worden als het rek eruit getrokken word.
Stel het rek op de plaats waar de wand moet komen te staan. Zet deze vast met lijmklemmen. Zorg dat er genoeg ruimte is om het rek te verwijderen als de wand droog genoeg is. Normaal gesproken is dit na 24uur. Bij hoge wanden kan het rek omhoog getrokken worden en zo meteen weer geplaatst worden zoals net beschreven.
Meet nogmaals de wand breedte op zodat alles netjes gesteld staat in het werk. Bevochtig de grond enigszins zodat er een juiste hechting plaats vind tussen de mortel en de blokken. Zorg er bij grote wanden wel voor dat er rondom de wand een profiel staat dat voldoende stijf is om de wand op zijn plaats te houden. Als er rondom de wand een muur staat, kunnen er in de muur ankers geboord worden voor meer stijfheid.
Voordat de blokken geplaatst worden dienen deze licht bevochtigd te worden om zo een juiste hechting te krijgen met de mortel. Dit kan eventueel ook met een laagje flevopol.
Metsel de blokken stuk voor stuk rustig op. Bij het plaatsen van de blokken kan er met een rubber hamer subtiele tikjes gegeven worden om de stenen beter in de mortel te plaatsen.
Bij de tweede rij dienen de voegen vertikaal vol gezet te worden. Druk de specie goed aan zodat er een stijve verbinding vormt.
Om de twee lagen adviseren wij u om verzinkte wapening toe te passen om meer stijfheid in de wand te krijgen. Bij grotere wanden dienen er ook staven rond 6mm in de stootvoeg verwerkt te worden.
Het volzetten van de voegen kan met een aardvochtige mortel gedaan worden. Met de voegspijker dient de voeg goed vol gezet te worden.
Hier ziet u hoe de wapening tussen de voegen geplaatst wordt. Als er een wand naast de blokken staat kan deze gebruikt worden om de wapening in te plaatsen. Boor dan een gat rond 8mm en duw het uiteinde van de wapening hier in vast.
Wij raden u aan om bij iedere tweede voeg zowel horizontaal als verticaal 1 staaf wapening -verzinkt rond 6mm- te verwerken in de voegen.
Krab na een aantal lagen de voeg licht uit zodat er een verdiepte voeg ontstaat die binnen 24 uur weer vol gevoegd kan worden. Dit geeft het mooiste resultaat en geeft het voegwerk 1 kleur.
Veeg met een handbezem de blokken en voegen netjes schoon.
Laat de wand 24 uur drogen en verplaats of verwijder dan het rek.
Tip: werk rustig en secuur. Verwijder rest en valspecie regelmatig van de blokken. Hou de blokken schoon en bevochtig deze licht bij het ververken. Gebruik een waterpas en/of metseldraad om recht te werken.
Veel plezier met uw wand!
Wilt u op de hoogte gehouden worden van nieuwe ontwikkelingen en of designs?
Vul dan uw email in en klik op aanmelden.
